Binnenkort is ook in Vlaanderen een zogenaamde DNR-penning (“Do not Resuscitate” of ”Do not Reanimate”) beschikbaar. RWS-leden die geïnteresseerd zijn in de DNR-penning, raden we aan om eerst zorgvuldig kennis te nemen van het onderstaande.
Het dragen van de DNR-penning betekent dat de drager onder alle omstandigheden afziet van elke reanimatiepoging. De wet betreffende de patiëntenrechten bepaalt dat een patiënt het recht heeft een behandeling te weigeren, maar ook dat hij recht heeft op alle nodige informatie om met kennis van zaken te kunnen beslissen over toestemming voor of weigering van een behandeling. Het doel van dit artikel is om u al die informatie te verschaffen en de voordelen en risico’s van een dergelijke beslissing uiteen te zetten. Tevens wensen wij onze leden ertoe aan te zetten hierover in gesprek te gaan met hun naasten en hun behandelende arts(en).
Professionele hulpverleners (ambulanciers, urgentieartsen en anderen) die instaan voor de eerste hulp kennen u niet en zullen uw wens om niet te worden gereanimeerd alleen erkennen indien ze ervan overtuigd zijn dat u die beslissing in volledige onafhankelijkheid hebt genomen en met kennis van alle voordelen en risico’s die eraan zijn verbonden.
Een hartstilstand wordt gekenmerkt door een plots en totaal onvoorzien bewustzijnsverlies zonder spontane terugkeer naar een bewuste toestand.
Het is niet zo eenvoudig het begrip “reanimatie” zo te omschrijven dat het toepasselijk is op alle denkbare situaties. Men zou de volgende definitie kunnen hanteren: “reanimatie is het geheel van handelingen die tot doel hebben de bloedcirculatie en/of de ademhaling opnieuw zelfstandig te laten verlopen”.
Enkele voorbeelden van situaties die aanleiding kunnen geven tot reanimatie:
Een hartstilstand leidt tot een ademhalingsstilstand, en omgekeerd leidt een ademhalingsstilstand na enkele minuten tot een hartstilstand, waardoor het slachtoffer uiteindelijk overlijdt. De bloedcirculatie kunstmatig in stand houden door hartmassage en in de meeste gevallen het hart opnieuw doen kloppen door het toedienen van een elektrische schok, kan de situatie soms omkeren.
Bij een verdrinkingsslachtoffer dat uit het water is gehaald wordt beademing toegepast, en door de bloedcirculatie kunstmatig op gang te houden kan het risico op overlijden worden afgewend. Over het algemeen zullen de hulpdiensten snel overnemen en de eerste zorgen toedienen.
Het slachtoffer van een hartstilstand voelt eigenlijk niets. Indien het slachtoffer niet ter plaatse overlijdt, wordt hij/zij in de meeste gevallen bewusteloos naar de afdeling intensieve zorg van het ziekenhuis gebracht. Daar zal het slachtoffer enkele dagen worden behandeld. Tijdens deze fase voelt de patiënt niets omdat hij/zij in een kunstmatige slaap wordt gehouden. Nadien wordt de sedatie stopgezet in de hoop dat de patiënt spontaan weer ontwaakt. Dat kan enkele dagen duren, maar soms wordt de patiënt helemaal niet meer wakker. In dat geval kan in overleg met de bewindvoerder of de wettelijke vertegenwoordiger(s) worden beslist alle behandelingen stop te zetten, en zal de patiënt overlijden zonder iets te hebben gevoeld. Een derde tot de helft van de patiënten in de afdeling intensieve zorg ontwaakt binnen enkele dagen na stopzetting van de sedatie. Over het algemeen is de patiënt in het begin bijzonder verward, vertoont geheugenstoornissen en vergeet heel snel wat er gebeurt, bijvoorbeeld bezoekjes van familieleden. Na enkele dagen of zelfs enkele weken kan de situatie zich normaliseren.
Er zijn verscheidene redenen die iemand ertoe kunnen aanzetten een reanimatie te weigeren. Hieronder volgt een korte opsomming van de meest gebruikelijke redenen.
a) “Het is genoeg geweest voor mij”
Sommige oudere mensen hebben de balans opgemaakt van hun leven en vinden dat de natuur zijn gang moet kunnen gaan. Een hoge leeftijd gaat niet alleen gepaard met allerlei fysieke klachten, maar vaak zijn ook al veel familieleden of vrienden overleden. Deze mensen verkiezen de dood boven het leven. Anderen vinden dan weer dat een hartstilstand een “mooie” dood is (snel en pijnloos).
b) “Na reanimatie wordt men een plant”
Andere mensen willen niet worden gereanimeerd uit vrees voor de risico’s die eraan vasthangen. Zij willen niet in een situatie belanden waar een “normaal” leven onmogelijk wordt. Zij kiezen er dus bewust voor om dat risico uit de weg te gaan.
Het is belangrijk hier een onderscheid te maken tussen de slaagkansen van een reanimatie en de situatie die eruit kan voortvloeien. Dat zijn twee heel verschillende zaken.
De slaagkansen van een reanimatie (de patiënt verlaat het ziekenhuis levend) schommelen rond de 20%. Ongeveer de helft van alle reanimatiepogingen na een hartstilstand mislukt onmiddellijk ter plaatse, vaak nog in de woning van de betrokkene. De toegesnelde ambulanciers slagen er niet meer in de bloed- circulatie op gang te brengen en geven de reanimatie op. Bij jongeren en/of in bijzondere omstandigheden (bijvoorbeeld een verdrinking in ijskoud water) wordt de reanimatie voortgezet tot de aankomst in het ziekenhuis. Indien de circulatie kan worden hersteld en de betrokkene in het ziekenhuis wordt behandeld, stijgen zijn/haar overlevingskansen aanzienlijk. Maar zelfs in dergelijke gevallen overlijdt zowat de helft van alle patiënten.
Het slaagpercentage is natuurlijk een gemiddelde. Dat wil zeggen dat in sommige gevallen de kansen aanzienlijk beter zijn, terwijl dat in andere gevallen net het omgekeerde is. Zo zijn de slaagkansen een stuk beter indien iemand getuige is van de hartstilstand en onmiddellijk begint met hartmassage en mond-op-mond beademing, of indien er al hulpverleners ter plaatse zijn omdat er een noodoproep is gebeurd om andere redenen (bijvoorbeeld pijn in de borststreek). In dat geval kunnen de overlevingskansen oplopen tot 50%.
De allerbelangrijkste factor is in feite de tijd die verstrijkt tussen het incident en het begin van de reanimatiepoging, en dan vooral de elektrische schok die de hartfunctie opnieuw in gang zet. Indien alle omstandigheden tegenzitten, kan de slaagkans dalen tot 2-3%. Maar dat cijfer is de jongste tien jaren duidelijk verbeterd, en niets wijst erop dat verdere verbetering niet haalbaar is.
Het beeld van de patiënt die na een geslaagde reanimatie veroordeeld is om voort te leven als een “plant” is sterk ingebed in de publieke opinie, terwijl dat gelukkig eerder uitzondering is dan regel. De meeste overlevers klagen wel over uiteenlopende, en al dan niet ernstige verwikkelingen: vooral vermoeidheid en een verminderd intellectueel concentratievermogen.
Uit onderzoek blijkt dat van de 100 personen die het ziekenhuis levend verlaten in een dergelijke situatie, er 50 al gepensioneerd zijn, en dat van de 50 personen die voor reanimatie voltijds werkten, er slechts 35 hun oude baan terug opnemen, en de resterende 15 personen deeltijds terug aan de slag gaan.
RWS blijft natuurlijk ter beschikking voor alle bijkomende informatie die nodig mocht zijn, maar kan vanzelfsprekend niet verantwoordelijk worden gehouden voor gevallen waarin met een weigering van reanimatie geen rekening wordt gehouden door professionele eerste hulpverleners of door anderen die een reanimatiepoging ondernemen
→ Download hier: bestelbon DNR-penning