Socialisten, liberalen, groenen en N-VA zijn voorstander van een aanpassing van de euthanasiewet op twee punten: de uitbreiding naar de minderjarigen en aanpassingen aan de wilsverklaring. CD&V en cdH willen het debat aangaan, maar voor cdH moeten de voorzitters van de meerderheid de zaak eerst uitklaren. Vlaams Belang is niet tegen elke wetswijziging, maar pleit voor meer middelen en aandacht voor palliatieve zorgen.
De verenigde senaatscommissies Justitie en Sociale Zaken maakten woensdagvoormiddag een stand van zaken op na de hoorzittingen over de wetsvoorstellen om de euthanasiewet aan te passen. De meeste fracties vinden een wetsaanpassing inzake minderjarigen en de wilsverklaring nodig, maar de problematiek van dementerenden lijkt nog niet rijp voor een wetsaanpassing.
Guy Swennen (SP.A) en Jean-Jacques De Gucht (Open Vld) wezen hun collega’s op de tijdsdruk. “Het is zeven voor twaalf. We moeten nu trancheren, anders gaan er jaren verloren”, waarschuwde Swennen. Voor het zomerreces moeten de teksten in de plenaire Senaat gestemd worden, om ze ook nog voor het einde van de legislatuur in de Kamer behandeld te krijgen, zei De Gucht. Op woensdag 19 juni beslist de commissie hoe er verder gewerkt zal worden.
Het cdH heeft problemen met de kans op een wisselmeerderheid. Socialisten en liberalen zouden dan rekenen op de steun van N-VA en de groenen. André du Bus (cdH) zei dat de partijvoorzitters een oplossing moeten zoeken. Hij wil naar eigen zeggen de meerderheid niet in gevaar brengen, maar wil duidelijkheid omdat het regeerakkoord niets voorzag over ethische kwesties. CD&V-fractieleider Dirk Claes stelde dat zijn fractie het debat wil aangaan op beide punten. “Als dan blijkt dat de anderen verder willen gaan dan wij, dan leggen we er ons bij neer”, aldus Claes.
Minderjarigen: ‘symbooldossier’
Wat de hoorzittingen geleerd hebben, is dat het niet wenselijk is om euthanasie voor minderjarigen mogelijk te maken vanaf een bepaalde leeftijd. Zo zeiden Christine Defraigne (MR) en Elke Sleurs (N-VA). Euthanasie moet kunnen voor minderjarigen die oordeelsbekwaam zijn. Dat moet worden vastgesteld door een derde – een multidisciplinair team of een kinderpsychiater of -psycholoog. De ouders moeten bij dat proces betrokken worden, maar de uiteindelijke beslissing ligt voor de meesten bij de minderjarige zelf.
Niet iedereen zag echter de noodzaak in voor een uitbreiding van de wet naar minderjarigen. Zowel André du Bus als Els Van Hoof (CD&V) en Bart Laeremans (Vlaams Belang) verwezen naar de hoorzittingen waaruit bleek dat het om zeer gering aantal gaat. “Het gaat dus om een symbooldossier”, vond Van Hoof.
Wilsverklaringen: onbeperkte geldigheid
De beperking van de geldigheidsduur van de wilsverklaring tot vijf jaar, werd door geen enkele fractie verdedigd. De meesten pleitten voor een onbeperkte geldigheid – tenzij anders vermeld, wordt door sommigen verduidelijkt. Van Hoof schoof 10 jaar naar voren, terwijl Cécile Thibault (Ecolo) en Sleurs pleitten dat na een bepaalde tijd een herinnering gestuurd zou worden dat de betrokkene een wilsverklaring heeft opgesteld. Deze laatste dringt ook aan op een verplichte registratie.
Probleemthema’s
Als gevolg van de hoorzittingen werden ook enkele thema’s van de agenda gehaald. De problematiek van de uitbreiding van de euthanasiewet naar dementerenden en mensen met hersenaandoeningen lijkt nog niet uitgekristalliseerd en moet nog verder onderzocht worden. Ook over de doorverwijsplicht en het overmaken van het medisch dossier is er weinig kans dat er nog deze legislatuur een wetswijziging komt, aangezien de meningen hierover nog sterk uiteenlopen.
De groenen herhaalden dat ze een voorstander zijn van een kaderwet over het levenseinde. “Dit kan echter enkel op lange termijn gerealiseerd worden”, besefte Freya Piryns (Groen), die wel bereid is om nu mee te werken aan punctuele aanpassingen van de euthanasiewet. Laeremans pleitte dan weer voor meer middelen en steun voor palliatieve zorgen om het aanbod en de kwaliteit te verhogen.
Bron: Artsenkrant 12/06/2013 – Belga / E.V.
2 Comments
euthanasie en de katholieke zuil
In De Morgen van zaterdag 22 juni stelt Filip Buekens, filosoof aan de KU Leuven en aan de katholieke universiteit van Tilburg, dat de voorstellen tot uitbreiding van de euthanasiewet betekenen dat ‘de katholieke zuil wordt geviseerd’. Dat klopt als hij met die zuil een autoritair systeem bedoelt, maar is dat ook verkeerd om zo’n zuil te viseren?
Buekens pleit ervoor dat de katholieke instellingen het recht moeten behouden om een eigen ethisch beleid te voeren en om ‘een gewetensclausule op te dringen’.
Dat laatste vind ik een contradictio in terminis: hoe kan je nu een geweten ‘opdringen’? Over wiens geweten gaat het: dat van de zorgverstrekkers of dat van hun bazen?
Ik meen dat Buekens nog altijd een katholieke zuil voor ogen heeft die uitblinkt in bevoogding, betutteling, om niet te zeggen dwingelandij.
Niemand wordt door de emanciperende wetsvoorstellen verplicht te handelen tegen z’n geweten in, ook de katholieke zorgverleners niet. Ze zullen enkel verplicht worden om hun patiënten die om euthanasie verzoeken, door te verwijzen.
Buekens vergeet een aantal essentiële zaken: om historische redenen zijn de katholieke instellingen in de meerderheid, de keuzevrijheid van de patiënten is daardoor de facto beperkt.
Ten tweede: ook in katholieke ziekenhuizen zijn er dokters die welwillend staan tegenover een euthanasievraag, hebben die dan geen recht op gewetensvrijheid?
Ten derde: als je recht in de leer en zuiver tot op de graat wil zijn, dan moet je dat ook zijn op het financiële niveau en jouw instelling laten betalen door gelijkgezinden. Vandaag betaalt heel de gemeenschap ervoor en een meerderheid van die gemeenschap is gewonnen voor euthanasie en een uitbreiding van de toepassingsmogelijkheden.
Naar mijn mening stamt het betoog van deze filosoof uit een voorbije tijd, met name het tijdperk van de almacht van de katholieke kerk. Die almacht was en is arrogant en pretentieus, en bovendien in strijd met de christelijke naastenliefde die niet wil dat medemensen onnodig lijden.
staf de wilde, de haan 22 jun. 13
euthanasie voor minderjarigen
In de senaat kondigt zich een wisselmeerderheid aan: de oppositiepartij Groen is bereid de voorstellen te steunen om euthanasie ook toegankelijk te maken voor minderjarigen. Alleen de Vlaamse en Waalse christendemocraten liggen dwars. Zij vechten het centrale begrip in de wetsvoorstellen af, met name de wilsbekwaamheid van kinderen die volgens hen nooit in staat kunnen zijn om weloverwogen voor de dood te kiezen.
Zelf kan ik dat niet inschatten: ik ben nog nooit met doodzieke en ondraaglijk lijdende kinderen geconfronteerd geweest. Doch mijn oordeel steunt op de verslagen van experten zoals professor Wim Distelmans die ik al jaren volg via onze media en die op mij overkomt als een zeer integer mens.
Tegenover de christendemocraten kunnen we alleen maar herhalen dat er twee soorten van ethische codes bestaan: de exclusieve en de inclusieve.
De exclusieve pretendeert de waarheid in pacht te hebben en wil die eigen waarheid opdringen aan het geheel van de samenleving, ook aan de andersdenkenden.
De inclusieve legt getuigenis af van zijn overtuiging maar aanvaardt dat er ook andere bestaan.
De inclusieve ethiek verplicht tot niets, het enige wat die doet is de keuzemogelijkheden uitbreiden.
Dus duidelijk gezegd: geen enkele gelovige (dokter, patiënt of familie) zal ooit verplicht worden om te handelen tegen het eigen geweten in.
Dit is zo voor de abortuswetgeving, maar ook voor de euthanasie: telkens wordt de diversiteit gerespecteerd.
Het probleem zit in het feit dat wetten gelden voor elke burger: kiezen we voor een open wet gebaseerd op een inclusieve moraal, of binden we ons vast aan gesloten wetten die ingegeven zijn door een exclusieve moraal.
Persoonlijk vind ik het exclusieve erg hautain en pretentieus, het exclusieve denken getuigt van een misplaatst superioriteitsgevoel: onze waarheid is van een hoger niveau dan de jouwe.
Wanneer zullen onze christenen eens begrijpen dat de tijden veranderd zijn: de dominantie van de kerk of kerken is voorbij, we leven in een geseculariseerde samenleving. De gelovigen wordt niets te kort gedaan: zij mogen hun geweten volgen. Maar willen ze eindelijk eens dat zelfde recht toestaan aan andersdenkenden?
staf de wilde, de haan 21 jun. 13